26-juni-2019 In samenwerking met Rijksuniversiteit Groningen zijn we begonnen met het volgen van loopkevers.
Voor het vangen van de loopkevers gebruiken we potvallen. Nu is het van belang om te weten of de aantallen kevers die we vangen, verklaard worden door een daadwerkelijk hoge dichtheid aan kevers of dat de vangkans van een individu hoog is doordat deze erg actief is.
Om dit te test worden de gevangen kevers gemarkeerd met gekleurde nagellak en weer losgelaten in een soort arena, in andere woorden een bult gras. Daaromheen staan potvallen op 5 meter en 10 meter afstand om zo de verplaatsingssnelheid te meten. Dit gebeurt in bieten (waar veel kevers worden gevangen) en in tarwe (weinig kevers). Deze twee gewassen verschillen erg in openheid en beïnvloeden daarmee hoe snel kevers zich in dergelijke percelen kunnen verplaatsen, dat is in ieder geval de theorie.