Gelukkig vliegen grauwe kiekendieven wel op tijd
Voor het onderzoek naar de stopovergebieden in Noord-Afrika gaat voor de tweede keer dit jaar een onderzoeksteam van GKA naar Oost-Marokko, ditmaal om de najaarsomstandigheden in kaart te brengen. Om de paar dagen delen we hun bevindingen en avonturen.
13-september-2024 – Vlak voor ons vertrek vloog Herman de Middellandse Zee over en via Algerije naar Oost-Marokko, precies naar ons studiegebied! Helaas is hij na twee nachten zuidoostelijk van Tendrara geslapen te hebben weer pal naar noordoost vertrokken en maakt sindsdien een stopover in Algerije. Intrigerend is dat hij die dag bij Tendrara bijna de hele tijd op één plek doorbracht. Wat was daar aan de hand? Waarom leek hij doelgericht daar heen te vliegen en vertrok daarna weer om honderden kilometers verderop een stopover te maken?
Het goede nieuws is dat wij onderweg zijn naar exact die plek om te kijken hoe het eruit ziet! Vandaag zijn we namelijk eindelijk uit Oujda vertrokken, waar we door technische problemen met het vliegtuig pas 22.5 uur later arriveerden dan oorspronkelijk gepland. Wel een nacht in een mooi hotel in Eindhoven doorgebracht, maar we hadden natuurlijk liever alvast de eerste transecten geteld. Toen we eindelijk in Oujda arriveerden werden we begroet door Khalid Bedhiaf, de president van de vogelvrienden Oujda (Association Oujdie des amis d’oiseaux). Gelukkig ging het ophalen van de auto deze keer soepel, ik heb ervoor gezorgd dat mijn credit card nu wél geactiveerd was! In de regen reden we naar het ons bekende Hotel Tlemcen. De auto die we deze keer huren is op zich prima, maar er zat een groot nadeel aan: in de achterbak zat aan elke zijkant een ingeklapte extra stoel en dat nam ontzettend veel ruimte in. De autoverhuurder zei dat de stoelen er niet uit konden, maar gelukkig lukte het Raymond met behulp van een geleende sleutel wel ze eruit te halen. Nu past onze bagage er tenminste in.
Op weg naar het eerste telpunt kwamen we vrij snel de eerste hindernis tegen. De weg naar Ain Benimathar bleek afgesloten. Via een omweg naar Jerada kwamen we er uiteindelijk wel en konden we aan de eerste prooitransecten van deze expeditie beginnen. Toni en ik waren al weer bij de auto toen Popko en Raymond door de walkietalkie riepen dat ze de eerste grauwe kiekendief zagen! Een adult mannetje, zwaar in de rui, kwam heel dicht langs ons vliegen, geweldig! Blij met dit goede begin reden we verder naar Ain Benimathar. Vlak voor het stadje werd duidelijk waarom de weg afgesloten was geweest, de wadi was een stromende rivier geworden en ze waren druk bezig de weg moddervrij te maken. Vorige week is hier heel veel regen gevallen en overal zijn daar de sporen van te zien. Ons eerste kamp ligt dan ook naast een meertje omgeven door struikjes. Dit soort depressies waren in april compleet uitgedroogd, wat een verschil! Tijdens het wachten zagen we boven de luzernevelden ook de eerste bruine kiekendief en een tweede grauwe, wat een mooi begin van deze reis!
Het onderzoek naar stopovergebieden wordt ondersteund door de Deutsche Wiltier Stiftung. De expeditie naar Oost-Marokko in september 2024 wordt mede mogelijk gemaakt door het Huib Kluijver Fonds en dankzij donaties aan Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels. Extra donaties zijn overigens nog zeer welkom!