Blauwe kiekendieven tussen hoop en vrees
door Raymond Klaassen
door Raymond Klaassen
28-nov-2021 Sinds 2009 broeden er weer ieder jaar blauwe kiekendieven op de Groningse akkers. Een hoopvolle ontwikkeling voor deze zeldzame broedvogel in Nederland. Immers, betekent dit misschien dat de blauwe kiekendief de grauwe kiekendief achterna gaat, waarvan de populatie na de vestiging op de akkers in 1990 is doorgegroeid naar het voorlopige hoogtepunt van 80 broedparen in 2020. De blauwe kiekendief kan wel wat succes gebruiken want het aantal broedparen op de Waddeneilanden, begin jaren negentig nog rond de 100 broedparen, is tegenwoordig bijna op 1 hand te tellen.
In 2021 werd het Waddenfondsproject ‘Wadvogels van Allure’ afgesloten. Dit project, in samenwerking met Vogelbescherming Nederland, had als doel het leefgebied voor blauwe kiekendief en velduil in het Waddengebied te verbeteren. In het kader van ‘Wadvogels van Allure’ is dan ook 158 ha aan vogelakkers aangelegd. Vogelakkers bestaan uit afgewisseld stroken natuurbraak met stroken luzerne of grasklaver. Dit lijkt een goede maatregel omdat vogelakkers hogere dichtheden aan muizen opleveren die ook nog eens gemakkelijk te vangen zijn na de oogst van de luzerne. En blauwe kiekendieven, waar ik me even tot beperk, eten vooral muizen. Tenminste in de winter, want tijdens het broedseizoen worden er ook wel zangvogels, hoenders en konijnen gegeten (maar daarover later meer). ‘Wadvogels van Allure’ bood de mogelijkheid voor flankerend onderzoek. Bijvoorbeeld naar de effectiviteit van vogelakkers en de overleving van jonge blauwe kiekendieven in hun eerste levensjaar (één van de mogelijke knelpunten voor de soort).
De resultaten van het onderzoek zijn vervat in dit rapport en werden tijdens de Landelijke Dag van Sovon gepresenteerd. Wat zijn de belangrijkste resultaten? Ten eerste dat vogelakkers gemiddeld gezien wel veel muizen opleverden, maar kiekendieven hier weinig foerageerden. Veel vaker waren ze op intensief grasland te vinden. Meer dan begrijpelijk want door waarnemingen aan het foerageergedrag van blauwe kiekendieven is aan het licht gekomen dat ze op intensief grasland 7.3 prooien per uur jaagtijd weten te vangen tegen slechts 2.0 prooien per uur op vogelakkers. Ook niet alle vogelakkers leverden veel muizen op, terwijl in intensief grasland soms juist heel veel muizen zaten. Hoe de effectiviteit van vogelakkers verbeterd kan worden en de precieze rol van intensief grasland ook in jaren met weinig muizen behoeft verder onderzoek.
Hulp is meer dan welkom, bijvoorbeeld met het tellen van muizenholletjes of waarnemingen aan foeragerende kiekendieven. Zie ook de prachtige Akkermonitor app die we voor de muizenmonitoring ontwikkeld hebben. Lees hier meer over onze apps en neem bij interesse contact op met Madeleine Postma.
Uit een eerdere modelstudie werd geconcludeerd dat een afname van de overleving van jonge vogels in hun eerste levensjaar de belangrijkste oorzaak voor de afname van de blauwe kiekendieven op de Wadden is. Directe informatie over het reilen en zeilen van jonge kiekendieven ontbrak, dus is in samenwerking met Sovon uitgebreid zenderonderzoek gestart. De eerste resultaten hiervan waren best bemoedigend, omdat de sterfte onder de in Oost-Groningen gezenderde jongen leek mee te vallen. In 2021, een slecht muizenjaar, was de situatie echter helemaal anders. Door gebrek aan succesvolle broedpogingen in Groningen werden er alleen jongen op de Waddeneilanden gezenderd (Terschelling en Texel). De overleving bleek een drama want binnen een mum van tijd waren 8 van de 9 jongen overleden. Bijzonder was de vondst van het jonge vrouwtje Sascha die puntgaaf maar dood in het riet in de Lauwersmeer gevonden werd. Ze was waarschijnlijk uitgehongerd, haar gewicht nog maar de helft van wat het was toen ze werd gezenderd! Deze vorm van sterfte is zonder zenderonderzoek niet aan te tonen. Het is daarnaast de vraag of bij jongen die gepredeerd zijn verhongering niet ook de achterliggende doodsoorzaak is. Deze resultaten roepen de vraag op of dat het probleem is dat er te weinig muizen waren in 2021, of dat de Waddenkieken het veel slechter doen ten opzichte van de Groningse akkerkieken. Het is dus belangrijk het zenderonderzoek voort te zetten.
In 2021 produceerden de twee broedgevallen in Groningen dus geen jongen. Dit blijkt typisch te zijn voor de Groningse broedvogels. Daar waar de grauwe kiekendief een alternatief vind in akkerzangers als gele kwikstaart en veldleeuwerik weet de blauwe kiekendief het in jaren met weinig muizen niet bol te werken. Dit drukt de reproductie en daarmee waarschijnlijk de populatiegroei. Want het aantal broedparen in Groningen neemt maar extreem langzaam toe, als er al überhaupt sprake van een toename mag zijn. Nestbescherming blijkt wel zeer effectief, waardoor de gemiddelde reproductie wat geflatteerd op 1.5 jongen per broedpoging ligt.
De Groningse akkerkieken eten gedurende het broedseizoen muizen én vogels. Dit laatste zijn dan vooral gele kwikstaarten en veldleeuweriken (net zoals bij de grauwe kiekendief). Maar in jaren met weinig muizen lukt het de blauwe kiekendief dus niet om hiermee succesvol te zijn. Terwijl ze muizen niet per sé nodig hebben om succesvol te broeden, want op de Wadden vormden muizen nauwelijks onderdeel van hun dieet, ook niet in de gloriejaren in de jaren negentig. Als reactie op de lezing op de Landelijke Dag van Sovon stuurde Tom Loorij een prachtige mail over het dieet van de blauwe kiekendieven die hij in 1970 (!) op Ameland bestudeerde. Ook dat maakt duidelijk dat ze makkelijk zonder muizen kunnen.
Er zijn overigens prachtige amateuropnames, gemaakt door de vader (Jack P. Loorij) van Tom Loorij, beschikbaar van dat unieke onderzoek in de tijd dat er 3 soorten kiekendieven op de Waddeneilanden broedden.
Ook in Frankrijk weten de blauwe kiekendieven die daar in akkers broeden zich prima met alternatieve prooien te redden in jaren dat er weinig muizen zijn. Wat opvalt in de prooilijsten van de Waddeneilanden en uit Frankrijk is het aandeel grotere prooien, met name konijnen of hazen, patrijzen en ander ‘wild’. Zou het zo simpel kunnen zijn dat het intensieve Groningse akkerbouwgebied te weinig van dit soort grotere prooien biedt waardoor het alternatief in muizenarme jaren tekort schiet? In ieder geval moet er een alternatieve voedselbron worden geboden in het boerenland om de populatie akkerkieken in Groningen te doen toenemen.
Kortom, de toekomst voor de blauwe kiekendief ziet er in Groningen en Nederland verre van rooskleuring uit. Er moet veel meer worden gedaan om de soort als broedvogel te behouden. We kunnen niet genoeg benadrukken hoe urgent de situatie is, en zullen ons dan ook onvermoeibaar blijven inzetten om dit probleem voor het voetlicht te brengen. Zo werd op Tweede Kerstdag de film ‘Het raadsel van de blauwe kiekendief en velduil’ op NPO 2 uitgezonden over de bescherming van deze beide soorten. Naast prachtige beelden van het team van Ruben Smit komt ook het onderzoek en de onderzoekers zelf aan bod.
Kijk hier voor de film ‘Het raadsel van de blauwe kiekendief en velduil’.