De queeste naar leeuwen in Zeeland

door Raymond Klaassen

15-jun-2022 In 2022 beleefden we een unicum. Voor het eerst hadden we de mogelijkheid veldleeuweriken uit te rusten met GPS-loggers. Een lang verwachtte droom om meer te weten te komen over deze akkerzanger kwam hiermee in vervulling. Dat we leeuweriken konden loggeren kwam allereerst doordat het Britse bedrijf Pathtrack GPS-loggers had ontwikkelt die minder dan een gram wegen. Net licht genoeg voor een leeuwerik! Ten tweede waren we bezig met onderzoek naar een populatie veldleeuweriken in Zeeland, en daarbij zou GPS-loggeronderzoek ons kunnen helpen.

De GPS-loggers van Pathtrack zijn loggers die alleen data opslaan. Om deze data te verkrijgen moet je de logger dus weer in handen krijgen oftewel de vogel ook weer terugvangen. Dat bleek een uitdaging. Onze strategie was om één van de oudervogels te loggeren op het moment dat de jongen 2-3 dagen oud waren, en deze vogel weer op het nest terug te vangen als de jongen 6-7 dagen oud waren, vlak voordat de jongen (lopend) het nest verlaten. Het vangen van een leeuwerik bij het nest hebben we ervaring mee. Met een goed geplaatst mistnet is dat eigenlijk kinderspel. Het terugvangen van een vogel is andere koek. De vogel is op zijn hoede, en zal een paar dagen later zeker niet weer in het mistnet vliegen. Daarom gebruikten we om de vogels terug te vangen een klapnet dat we van afstand vanuit een schuilhutje konden triggeren. Dan is het wachten totdat de loggervogel komt voeren, en kun je aan het touwtje trekken zodat de klapval dicht slaat. Je moet wel 100% zeker weten dat de vogel dan bij het nest staat, want je krijgt maar één kans. Dus eerst maar een tijdje aankijken hoe lang het duurt tussen dat de vogel land en weer opvliegt. En niet trekken als beide vogels in de buurt zijn. Vangen is in dit geval geduld hebben en pas toeslaan als je zeker weet dat het lukt. Dus zaten we soms 7 uur in de schuilhut voor de ‘move’ te maken. Maar met succes!

Met de logger in de hand weet je nog niks, eerst moet je de data uitlezen. De logger slaat geen GPS-posities op, maar alleen de contacten met de GPS-satellieten. Dit is een slimmigheidje van Pathtrack om batterij te besparen. Het berekenen van de positie gebeurt achteraf op de computer. Pas na deze stap zijn er coördinaten die we op een kaartje kunnen plotten. Eén opsteker daarbij was dat de loggers het langer uithielden dan Pathtrack ons beloofd had. De batterij zou slechts toereikend voor 200 posities zijn, terwijl we er eerder 300 wisten te verzamelen!

De eerste analyses laten zien dat het leven van de veldleeuwerik zich in een nauwe cirkel rondom het nest plaatsvind. Alleen bij uitzondering komen ze verder dan 200 m, meer dan de helft van de posities lagen op minder dan 100 meter van het nest. Op zich wisten we dat al door onze waarnemingen aan voedselvluchten, maar het is prettig dat de loggerdata de waarde van deze voedselvluchten ondersteunen. Verrassingen waren er natuurlijk ook. Bijvoorbeeld dat de leeuweriken als ze niet op of vlakbij het nest slapen ze dit soms juist buiten het gebied doen dan ze overdag gebruiken. De ‘outliers’ in de dataset bleken posities midden in de nacht te zijn.

Het verzamelen van de tracking data is een grote inspanning geweest, wat zonder excellent teamwerk nooit gelukt was. Mensen die nesten zochten en controleerden, mensen die de vogels loggerden of juist terugvangen. Het is niet arbitrair dat dat allemaal zomaar lukt. En dat dan ook nog in Zeeland, een krappe 3.5 uur van Groningen (enkele reis). Gekkenwerk…

De ruimte die een veldleeuwerik gebruikt in het broedseizoen