Een donker jaar voor de kieviten in Rhoon

door Cornelis Fokker en Niels Godijn

© Rutger Plaisier

04-okt-2022 Nadat begin maart de eerste kieviten zich op de akkers in Rhoon lieten horen is ook dit jaar het broedseizoen van deze fraaie akkervogel weer op de voet gevolgd. In het gebied (600 ha) vestigden zich ca. 50 paartjes, waarvan een klein deel vogels betrof die in 2020 en 2021 als kuiken in het gebied waren gekleurringd.

Zij zaten met name in de Zegenpolder, waaronder bijvoorbeeld GAO4 en GAO8 die net als in 2021 samen een paartje vormden, maar wederom geen kroost wisten groot te brengen. Dat probleem speelde ook bij vele andere kievitsparen. Het broedseizoen op de akkers van 2022 is helaas nog slechter verlopen dan de voorgaande jaren, wat het territoriumsucces weer terugbracht naar het niveau van drie jaar geleden (Figuur 1). Het uitkomstsucces van de legsels was wederom hoog, dat ligt rond de 65%. De mislukte legsels gingen hoofdzakelijk verloren aan landbouwwerkzaamheden, ondanks actieve nestbescherming door vrijwilligers. Sommige kievitsparen werden daardoor gedreven om liefst drie legsels te produceren, waarbij de ouders niet zelden alsnog met lege handen de polders verlieten.

Zij zaten met name in de Zegenpolder, waaronder bijvoorbeeld GAO4 en GAO8 die net als in 2021 samen een paartje vormden, maar wederom geen kroost wisten groot te brengen. Dat probleem speelde ook bij vele andere kievitsparen. Het broedseizoen op de akkers van 2022 is helaas nog slechter verlopen dan de voorgaande jaren, wat het territoriumsucces weer terugbracht naar het niveau van drie jaar geleden (Figuur 1).

Figuur 1. Het aantal (succesvolle en mislukte) territoria van kieviten in het buitengebied van Rhoon.

De kuikensterfte was echter ook hoog, waarbij de kuikens met name tijdens de eerste dagen dood gingen. Indien de kuikens de eerste week overleefden steeg de overlevingskans, maar slechts 16% van de families lukte het in 2022 uiteindelijk om minimaal één jong vliegvlug te krijgen. In tegenstelling tot eerdere jaren was de overleving zowel van kuikens van de eerste leg als van kuikens van vervolglegsels laag, en konden de vervolglegsels de slechte start van het seizoen niet goed maken. Enkele jongen werden in de zomer vliegvlug teruggezien, waarbij een deel van de populatie in het tweede deel van de zomer regelmatig foeragerend werd gezien op de droogvallende slikoevers langs de Oude Maas. Onduidelijk blijft waar de hoge sterfte door wordt veroorzaakt. De droogte van 2022 lijkt in het akkergebied geen sleutelrol te spelen, aangezien in eerdere droge jaren de overleving aanzienlijk beter was. De komende jaren blijft een nauwlettend volgen van de kievitspopulatie op akkers noodzakelijk om de vinger erachter te krijgen hoe het tij voor de kieviten gekeerd kan worden.