GELE KWIKSTAARTONDERZOEK

Afgelopen jaar hebben we onderzoek gedaan naar de broedbiologie van de gele kwikstaart (Motacilla flava), een algemene akkervogel waar we verrassend genoeg nog maar heel weinig van weten. Een aantal vrijwilligers heeft hier ook super bij geholpen!

Dit heeft ons een heleboel nieuwe informatie opgeleverd. Zo blijken gele kwikstaarten wel degelijk soms tweede broedsels te hebben, ook in relatief ‘veilige gewassen’ zoals wintertarwe en aardappels. Veldleeuweriken kiezen grasland voor hun tweede en derde broedsels, een gewas waar ze vervolgens steeds worden uitgemaaid. Ook hebben we ontdekt dat gele kwikstaarten regelmatig lange voedselvluchten maken, wederom in tegenstelling tot de veldleeuwerik die dichterbij het nest blijft. Kortom, de gele kwikstaart lijkt het landschap heel anders te gebruiken dan de veldleeuwerik, en dat zou wel eens de reden kunnen zijn waarom de gele kwikstaart het in de Groningse akkerbouwgebieden het nog best redelijk doet (hoewel we de laatste jaren ook bij deze soort een langzame maar gestage afname zien).

Hoe je mee kunt doen

Het kwikstaartenonderzoek krijgt dit jaar een vervolg. Student Bram Ubels gaat zijn tanden zetten in het verder in kaart brengen van het broedsucces en habitatgebruik. Hij kan hier echter wel wat hulp bij gebruiken!

Nesten zoeken
Op dit moment is Bram vooral nog nesten aan het zoeken. Dit gaat op zich voorspoedig, maar de wintertarwepercelen zijn groot, en vogels weten hun nestjes goed te verstoppen. Een manier om effectiever nesten te vinden is door een touw over het graan te slepen. Kwikstaarten die anders stil op het nest blijven zitten vliegen vlak voor het touw op. Bram zoekt vrijwilligers om samen wat percelen te ‘slepen’. Lekker actief buiten en leuk om te doen.

Voedselvluchten in kaart
Daarnaast willen we dit jaar ook weer de voedselvluchten in kaart brengen. Ook daar zoeken we weer hulp bij. Het registreren van de voedselvluchten is relatief eenvoudig. Je installeert je (op een klapstoeltje) in de buurt van een nest (dat Bram je zal aanwijzen), en vervolgens houdt je in de gaten waar de oudervogels na een voedering naar toe vliegen, en deze locatie noteer je op een kaart. Dit doe je voor 20 voederingen wat ongeveer een halfuur duurt. Daarna verplaats je je naar het volgende nest voor een volgende waarnemingssessie. Bram is blij met alle hulp, ook in een dagdeel kun je al heel veel doen. Waarschuwing:
het in kaart brengen van voedselvluchten kan heel verslavend zijn!

Het onderzoek vindt plaats in de omgeving Scheemda-Muntendam-Korengast. We nodigen iedereen die interesse heeft om mee te helpen zich bij Bram Ubels te melden via [email protected].