Hoogte- en dieptepunten tijdens het wulpenbroedseizoen
door Sylvia de Vries
19-nov-2021 Elk jaar wordt het onderzoek naar broedende wulpen in de akkers en graslanden van Drenthe verder uitgebreid. Het begint al in het vroege voorjaar wanneer de vele vrijwilligers van de wulpenbrigade beginnen met het observeren van paren en opsporen van nesten. Vervolgens worden de nesten ter bescherming omrasterd met stroomdraad tegen grondpredatoren en agrarische werkzaamheden. Op die manier werken de vrijwilligers en boeren samen aan het vergroten van de kans op het succesvol uitkomen van nesten van de wulp.
Om er achter te komen hoe het met de uitgekomen kuikens gaat die vrijwel direct het nest verlaten, krijgen sommigen een kleine radiozender op de rug geplakt door collega Henk Jan Ottens. Met een antenne zijn deze jonge wulpen dan weer terug te vinden, zelfs in het hoge gras of tussen het al opgekomen graan. Afgelopen broedseizoen zijn er ook twee antennevelden aangelegd om jongen te volgen en drie adulte wulpen uitgerust met GPS/GSM-loggers. Meer hierover kun je lezen in dit natuurbericht en de speciale editie van Limosa over de wulp.
Dit broedseizoen heb ik, collega Henk Jan Ottens geholpen bij het volgen van de gezenderde kuikens om ze te wegen en meten en het habitatgebruik in kaart te brengen. Het opzoeken van de kuikens was dit jaar extra moeilijk en er waren vele voorzichtige stappen door het hoge gras geboden dat door de kou en de regen lang op het land stond voor de eerste maaibeurt. Een wulpenkuiken drukt zich namelijk bij naderend gevaar, en maakt zich zo plat als een pannenkoek en houdt zijn snavel. Voor dit seizoen wist ik niet dat je zo lang kon doen over het uitkammen van een vierkante meter gras om een jonge wulp te vinden, een fijne gedachte daarbij is dat het een predator in dat geval waarschijnlijk ook niet gemakkelijk af gaat zo’n klein kuikentje te vinden.
Net niet of wel gehaald
Zoals bij al het onderzoek naar overleving van jonge vogels, kom je ook dode kuikens tegen. Dat hoort erbij, maar in sommige gevallen doet het toch extra pijn. Jonge wulpen zijn na ongeveer 35 dagen vliegvlug. Ook dan is hun eerste vluchtreactie in plaats van omhoog nog vaak omlaag en plat op de grond. Een jong in de buurt van Dwingeloo van 34 dagen oud, besloot dan ook in plaats van te proberen op te stijgen, zich in gemaaid gras te verstoppen. Wat er precies is gebeurt blijft onbekend, maar ik vond hem in een net op rij gelegde grashoop met een gebroken nek. Zo dichtbij het moment om te kunnen vliegen en onbedoeld nog net door menselijk handelen gestorven. Verderop stond nog een speciaal overgelaten stuk gras, helaas leeg. Lichtpuntje was dat een broertje of zusje van deze wulp het wel gered heeft en een paar dagen later werd gezien in de nabijheid van zijn beide ouders.
Bij Ermerveen in de buurt kwam het signaal van de radiozender van een al bijna uitgevlogen wulp uit een diepe plas. Honderd rondjes later door het water, leek er toch echt geen wulp aanwezig en de zender onvindbaar in de modder. Dus toch op het laatst gepredeerd? Aangezien er ook nog ongezenderde jongen liepen, kwam ik een paar dagen later terug. Toch even kijken of we konden vaststellen dat deze jonge vogels wel de leeftijd van uitvliegen hadden bereikt. Er liep één jong, en toen ik wegreed besloot ik op het laatste moment nog even om te draaien en de ouders en inmiddels twee jonge wulpen te filmen. Pas een paar weken later keek ik eens goed naar het filmpje. Daar heel kort, tilde het jong zijn bovenbeen uit boven het hoge gras en wat weerspiegelde daar, een witte vlag (zie einde filmpje hieronder)! Het jong was dus niet zijn leven maar alleen zijn zender verloren en inmiddels vliegvlug.
Het was een eer mee te maken hoe een wulpenleven begint en wat ze tegenkomen aan hindernissen op hun weg naar volwassenheid. Extra bijzonder om daarnaast te zien wat de drie gezenderde volwassen wulpen doen en hebben gedaan . We zien net als bij de kiekendieven uit naar hun terugkomst volgend jaar.