23-mrt-2022 Groningen is één van de belangrijkste akkervogelbolwerken van Nederland. Om vogels zoals de veldleeuwerik, patrijs en geelgors beter te beschermen, is een gezamenlijke aanpak van groot belang. Daarom hebben zestien partijen de handen ineengeslagen in een provinciaal actieplan, dat vandaag is aangeboden aan Groninger gedeputeerde Johan Hamster en de bestuurders van waterschappen Noorderzijlvest en Hunze & Aa’s. Rode lijn in het actieplan is het verhogen van de kwaliteit van ‘akkervogellandschappen’ door toepassing van samenhangende maatregelen binnen en buiten de landbouw. De zestien partijen formuleren enkele tientallen actiepunten om hun wensbeeld dichterbij te brengen.
De publicatie van het Actieplan Groninger Akkervogels 2022–2030 volgt op de ondertekening van een Akkervogelmanifest in augustus 2021. De brede samenwerking voor akkervogels is een belangrijke mijlpaal. Het Actieplan omvat de overkoepelende acties die verder zijn uitgewerkt in vier regionale verbeterplannen: Noordelijke kleischil, Oldambt, Westerwolde en Veenkoloniën & Duurswold. Voor het opstellen van deze plannen zijn regionale werkgroepen ingesteld met de belangrijkste gebiedspartijen. Zij hebben per gebied een set concrete maatregelen uitgewerkt. Deze uitwerking is in lijn met het vorige week verschenen rapport ‘Evaluatie van de effecten van het agrarisch natuurbeheer op voorkomen en trends van akkervogels in de provincie Groningen 2015-2020’.
Het landschap centraal
Belangrijke ingrediënten van het actieplan op een rij:
• Verleg het accent in beleid en praktijk van losse beheermaatregelen naar de kwaliteit van het landschap als geheel. Bepaal welke akkervogels bij welk landschap horen en stel hiervoor het optimale maatregelenpakket samen. Binnen de landbouw bijvoorbeeld door de introductie van ‘gewaspakketten’ waarbij in oogstbare gewassen meer ruimte wordt gecreëerd voor akkervogels. Buiten de landbouw kan dat door het beheer van ‘niet-agrarisch groen’ (zoals bermen, waterlopen en dijken, maar ook natuurgebieden) sterker te richten op akkervogels en beter te laten aansluiten op de inspanningen in de landbouw.
• Minimaliseer landschappelijke bedreigingen, met name die als gevolg van de energietransitie: wees terughoudend en selectief bij de aanleg van zonneparken en windmolens, compenseer de gevolgen met extra inspanningen elders en vul de aanplant van nieuw bos in op een akkervogelvriendelijke manier (bijvoorbeeld in de vorm van struweel).
• Versterk de omvang en kwaliteit van het agrarisch natuurbeheer en benut de kansen van het nieuwe Europese landbouwbeleid.
• Vul kennislacunes op en verbeter de monitoring. Onderzoek bijvoorbeeld de effecten op akkervogels van belangrijke maatschappelijke transities (energie, eiwit, klimaat). Deel de kennis over de rol van predatie en maak snel afspraken over de plekken waar extra actie nodig is. Stroomlijn de monitoringsmeetnetten van provincie, terreinbeheerders en agrarische collectieven.
• Trek vaker samen op in de publieksvoorlichting en intensiveer de educatieactiviteiten. Zorg ervoor dat de werving en coördinatie van vrijwilligers centraal wordt geregeld.
De samenwerking aan het actieplan heeft al vóór de overhandiging ervan tot resultaat geleid: de provincie verruimt met ingang van 2023 de gebieden waar agrarisch natuurbeheer mogelijk is.
Meer geld nodig
“Een veldleeuwerik zingt niet voor niets”, zo heette een rapport uit 2010. Het realiseren van dit actieplan kost dan ook extra geld. Dat geldt met name voor de uitbreiding van het agrarisch natuurbeheer en de verwachte verhoging van de ANLb-vergoedingen. In 2030 is hiervoor naar schatting jaarlijks € 2 mln. extra nodig bovenop de € 2.5 mln. die nu in Groningen aan akkervogels wordt besteed. Voor de uitvoering van de overige onderdelen van het actieplan is jaarlijks € 0.5 mln. nodig en eenmalig € 0.35 mln. Het actieplan benoemt hierbij ook de potentiële financiers, maar het omvangrijkste budgetverzoek ligt bij de provincie.
Titelfoto: Annemarie Loof