De Zweedse Clara Lindström, een biologiestudente aan de Linnaeus Universiteit in Kalmar, werkt op het Zweedse Öland aan grauwe kiekendieven waarbij ze o.a. wordt begeleid door collega Almut Schlaich. Afgelopen winter kwam ze daarvoor naar ons kantoor om braakballen van Ölandse grauwe kiekendieven te pluizen. Ze schreef toen een verslag van haar bezoek. Inmiddels heeft ze een scriptie geschreven die we graag delen (zie link onderaan), vergezeld van de toelichting die ze schreef. Het is interessante kost, want de grauwe kieken op Öland houden er een totaal ander dieet op na vergeleken met ‘onze’ Hollandse kieken.
Dieetkeuze van een bedreigde roofvogel: de grauwe kiekendief
Het agrarisch landschap van Öland: een buffet aan vogels
Mijn naam is Clara Lindström, en ik heb recent mijn Bachelor gehaald aan de Linnaeus Universiteit. Voor mijn scriptie heb ik gekeken naar de grauwe kiekendieven in Zweden. Na een jaar samengewerkt te hebben met Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels voor mijn onderzoek naar dieetvoorkeuren van broedende grauwe kiekendieven op Öland, stelden we vast dat deze Zweedse populatie een uniek voedingspatroon laat zien ten opzichte van populaties elders in Europa. De grauwe kiekendieven op Öland lijken een sterke voorkeur te hebben voor vogels en dan met name zangvogels. Waarschijnlijk komt dit mede door de diversiteit van het beschikbare habitat op het eiland, dat jaarrond grote aantallen vogels trekt om te broeden, foerageren en slapen. De hoge dichtheden aan vogels en daarmee beschikbare vogelprooien beïnvloedt zo het dieet van de grauwe kiekendieven aldaar, omdat ze met hun generalistische en opportunistische jaagstrategie veelal kiezen voor de meest beschikbare prooien in hun omgeving.
Het kiekendievendieet bestond in het broedseizoen van 2023 naast vogels ook uit zoogdieren, insecten en overige prooien, zoals eieren en weekdieren. Vogels besloegen echter voor ongeveer 76% de biomassa van deze prooien, zoogdieren 22% en insecten en overige prooien elk 1%. Van het totale aantal prooiresten was 45% van vogels, 11% van zoogdieren, 41% van insecten en 3% van de overige categorie. Vogels zijn dus het belangrijkst als prooi onafhankelijk van aantal of biomassa. Deze laatste is echter de maat die het meest gebuikt wordt om dieetvoorkeuren van roofvogels te kwantificeren.
Dit onderzoek probeert ook vast te stellen of het foerageerhabitat van gezenderde grauwe kiekendief mannen overeenkomt met deze dieetvoorkeuren. Dit kon op dit moment echter niet verder bestudeerd worden, omdat er onvoldoende data is over prooidichtheid in de verschillende delen van Öland. Toekomstig onderzoek zou dit kennishiaat moeten opvullen. Hoe dan ook zijn vogels de primaire prooi voor grauwe kiekendieven op Öland, een duidelijk verschil met andere populaties in Europa, die nooit een dergelijke, sterke afhankelijkheid van vogels als voedsel laten zien. Dit is een weergave van de unieke samenstelling van het habitat op het eiland, dat zowel de verschillende (prooi)soorten als de kiekendieven herbergt.
Om de habitatkwaliteit en de prooien voor de kiekendieven te beschermen, is het nodig dat ook de verschillende gebieden op Öland waar deze voorkomen te beschermen (of de bescherming te verbeteren), inclusief moerassen, kustgebieden, bossen, Alvar graslanden en het boerenland. Deze maatregelen zouden helpen om deze charismatische roofvogel, die een belangrijke bijdrage levert aan de stabiliteit van het lokale ecosysteem en de biodiversiteit op Öland, te beschermen. Voor effectieve bescherming van de grauwe kiekendieven, hun habitat en de soorten waar ze van afhankelijk zijn gedurende het broedseizoen, is er meer onderzoek nodig naar hun dieetvoorkeuren. De variatie in de geobserveerde prooikeuze binnen Europa bevestigt de noodzaak voor een beter begrip van wat de grauwe kiekendieven nodig hebben voor hun overleving op Öland. Deze kennis is cruciaal in het ontwikkelen en toepassen van effectieve beschermingsmaatregelen.
Verder is het van belang het onderzoek in Zweden uit te breiden om ook de sporadische voorkomende nestlocaties buiten Öland te monitoren. Dan kan bepaald worden of de dieetkeuze van de eilandpopulatie verschilt van andere in Zweden broedende grauwe kiekendieven. Gezien de sterke trouw van de individuen op Öland aan hun geboorteplek is het essentieel om ook de nesten op de noordelijke helft van het eiland en in natuurlijk habitat mee te nemen. Samenwerking met de betrokken partijen, zeker de lokale boeren, is noodzakelijk om de potentiële verschillen in dieetkeuze op Öland en daarbuiten te leren begrijpen. Voortzetting van het onderzoek aan Zweedse grauwe kiekendieven vraagt een geconcentreerde inzet en nieuwe onderzoeksinitiatieven. Dit omvat ook de bescherming van het laatst overgebleven bolwerk van broedende grauwe kiekendieven in Zweden en het verzamelen van nieuwe kennis over deze populatie voor de implementatie van effectieve beschermings- en beheermaatregelen in de toekomst. Ook al is de soort slechts een klein representatie van de totale biodiversiteit op het eiland, ze symboliseren de doorzettingskracht van mensen om echte verandering teweeg te brengen. Dit kan bijdragen aan het herstellen van wat verloren is gegaan en zo het creëren van een toekomst waar grauwe kiekendieven een kans krijgen om te groeien naar hun vroegere aantallen.
Het onderzoek naar het dieet van de grauwe kiekendieven op Öland wordt in samenwerking met de Linnaeus Universiteit, Birdlife Sweden, het provinciebestuur van Kalmar en vrijwilligers, deze zomer en mogelijk ook in de komende jaren voortgezet. Het doel daarbij is om dieetvoorkeuren tussen broedseizoenen te kunnen vergelijken.
Als je graag meer zou willen weten over mijn werk of toekomstige projecten, lees dan mijn scriptie (PDF) of neem contact op via:
• E-mail: [email protected]
• Whatsapp: +46 70 514 71 00