door studente Rahel S. Schnell, 26-mrt-2021
Veldwerktrip naar Schouwen-Duiveland, Zeeland
Van 03 t/m 07 maart zijn Martijn Rotteveel en ik naar Schouwen-Duiveland in Zeeland geweest om het wintergebied van door Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels (GKA) en Sovon gezenderde kiekendief Suzanne in kaart te brengen en het voedselaanbod door muizentransecttellingen vast te stellen. Het is voor Martijn een deel van zijn stage voor de studie Milieukunde (toegepaste ecologie) aan Van Hall-Larenstein Leeuwarden, en voor mij voor mijn master scriptie in evolutie en ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Ludwig-Maximilians-Universität München.
Het gebied van Suzanne in Zeeland is slechts één van acht gebieden die ik onderzoek, van in totaal zes blauwe kiekendieven, die door GKA in provincie Groningen (5) en op Texel (1) zijn gezenderd en die 2020/21 in Nederland overwinteren.
Het doel is deze gebieden allemaal te karteren op gewassen en muizenactiviteit, om zo het voedselaanbod in beeld te brengen en te kunnen vergelijken. Deze projecten zijn maar een klein deel van alle onderzoeken die door GKA worden gedaan om te bepalen hoe deze broedvogel beschermd kan worden om te voorkomen dat deze helemaal uit Nederland verdwijnt.
Omdat Suzanne, afkomstig van Texel en als jong in 2020 gezenderd, heeft gekozen om in Schouwen-Duiveland te overwinteren, hopen we daar de factoren te vinden, die belangrijk zijn voor haar overleving: welke akkerbouwpercelen kiest zij om te jagen, en in welke gewassen zijn er meer muizen te vinden? Zijn vogelakkers de ideale maatregelen of correleren akkerranden sterker met het aantal muizen, kiekendieven en andere muizeneters?
Percelen in kaart brengen en muizen tellen
Om de data voor het beantwoorden van deze vragen te verzamelen zijn Martijn en ik ieder met een eigen auto op pad gegaan, meestal van 9 uur tot 19 uur. De dagen waren lang, want na de veldwerk kwamen er nog 4 uren uitwerking van GPS-data in Google Earth en het plannen van de volgende dag bij. Op 2 van 4 dagen zijn we met prachtig weer beloond. Ik reed door het gebied om ongeveer 750 percelen en akkerranden in kaart te brengen, en vroeg boerinnen en boeren om toestemming hun land te mogen betreden, zodat Martijn daar muizentellingen kon uitvoeren. Het viel op dat in tegenstelling tot Texel en Groningen er geen vogelakkers te vinden waren, maar wel een grote hoeveelheid aan smalle akkerranden van <4m. We vroegen daarom ook of we daar tellingen mochten doen, hoewel we daar minder transecten konden lopen door de beperkte oppervlakte.
In contact met de agrariërs van Schouwen-Duiveland zijn we uitsluitend hartelijk verwelkomd, en was iedereen erg geïnteresseerd in onze studie en wilden ons graag helpen. We zijn dus heel dankbaar voor hun gastvrijheid en hopen nog een keer naar dat gebied terug te gaan.

Typisch landschap in het gebied: een binnendijk en boerderij in de achtergrond, percelen en een sloot met rietgras. © Rahel S. Schnell
Voor het methodisch onderzoek van het voedselaanbod heeft GKA een app ontwikkeld (Akkermonitor). Voor het tellen van muizen loop je zes transecten van honderd meter verdeeld over een perceel en voer je alle muizensporen in die je tegenkomt, zoals holletjes of loopsporen. Elke 20m wordt er ook een frame van 25×25 cm neergelegd waarbinnen alle muizenactiviteit wordt genoteerd voor nog grondiger onderzoek. Zo verbinden we verschillende telmethodes en hopen we uiteindelijk voor het ecologisch onderzoek ook de beste methode te kunnen bepalen. Dit onderwerp is de focus gedurende de stage van Martijn. Hij zal de resultaten van een eerder onderzoek, uitgevoerd door Gerard Westerhuis 2018/19, vergelijken met deze winter.
Ondanks veel verhalen over een broedpaar van zeearenden in het gebied kwamen we die jammer genoeg niet tegen. Ook hebben we helaas geen enkele jagende kiekendief kunnen observeren, omdat het landschap veel door dijken wordt doorsneden, zodat ze meestal snel uit zicht verdwenen. Dat was jammer, maar niet het belangrijkste doel van deze veldtrip.
We zijn blij dat we wel al onze doelen hebben bereikt en een groot stuk verder zijn met het veldwerk van onze projecten, en erg dankbaar dat we door GKA de kans te hebben gekregen voor zo’n mooi ‘uitje’.