29-november-2024 – Als we de veldleeuwerik in akkergebieden een impuls willen geven is het telen van luzerne een uitstekend idee, maar dan moet er wel een bijpassend, ruimer maaischema worden aangehouden. Omdat dat consequenties heeft voor de gewasopbrengst, is berekend hoe groot de opbrengstderving is en welke mogelijkheden er zijn voor een rendabele ‘veldleeuwerikvriendelijke luzerne’.
Veldleeuweriken en luzerne, een gouden combinatie
Luzernepercelen oefenen een grote aantrekkingskracht uit op veldleeuweriken. Het gewas biedt een veilige broedplaats en de vogels zijn in staat om er voldoende voedsel te verzamelen voor hun kuikens. In een Zeeuws onderzoeksgebied werd een respectabele dichtheid van 15 broedparen per 100 ha aangetroffen in dit gewas. Om voldoende nageslacht te produceren ondernemen veldleeuweriken in één broedseizoen meerdere broedpogingen. Ook daarvoor biedt luzerne prima gelegenheid omdat het meermaals wordt gemaaid en dan elke keer een kortdurend geschikt broedhabitat oplevert.
Maaien met vertraging
Bij een te krap maaischema ontstaan er echter problemen, omdat er dan veel nesten en kuikens verloren gaan. Bij een standaard maaischema komt de maaibeurt meestal net te vroeg (rond 20 mei) waardoor de veldleeuweriken op grote schaal nestverliezen lijden. Dat bleek eerder al het laatste stukje van de veldleeuwerikpuzzel in het Zeeuwse TOP-gebied Burghsluis. Uit dit vervolgonderzoek blijkt dat het met een iets ruimer maaischema al stukken beter gaat. Het broedsucces in luzerne loopt dan op van 21% naar 63%, en met een sterk verruimd schema zelfs naar 91%. In de praktijk betekent dit dat een eerste maaibeurt na 30 mei het merendeel van de veldleeuweriken in staat stelt om de eerste legsels succesvol te voltooien. Dit hangt wel af van een gemiddeld legbegin op 18 april, wat zo’n twee weken vroeger is in vergelijking met andere provincies.
Rekening houden met variatie
Ook de periodes tussen de legsels kunnen variëren. Gemiddeld starten ze na 15 dagen met een nieuw legsel, maar dit verschilt per kalenderjaar: in 2022 was dat bijvoorbeeld na gemiddeld 9 dagen en in 2023 na 19 dagen. Naast verschillen per broedpaar wordt het startmoment ook beïnvloed door variaties in weersomstandigheden en teeltwijze. Het is daarom verstandig om een wat ruimere marge aan te houden dan het minimale. In het onderzoek in Zeeland werd een periode becijferd van 50 dagen tussen twee maaibeurten, waarmee de hoofdmoot van de broedpogingen veilig de eindstreep kan halen. Dit is in lijn met eerder onderzoek.
Opbrengstderving compenseren
Dit verbeterde broedsucces heeft natuurlijk consequenties voor de gewasopbrengst, waardoor het vertraagde maairegime niet zomaar valt in te passen in de gemiddelde bedrijfsvoering. Bij dit onderzoek is berekend dat de opbrengstderving in een teeltjaar zo’n €500 per ha bedraagt. Aanvullende metingen zijn nodig om te beoordelen of dit getal representatief is voor een grotere regio. Om later maaien toch financieel aantrekkelijk te maken is daarom verkend of het via overheid en/of de markt mogelijk is de veldleeuwerikvriendelijke luzerne te belonen. Onder impuls van het project is in Zeeland een ANLb vogelakkerpakket ingericht waaraan telers kunnen deelnemen om vogelvriendelijk luzerne te telen. Inmiddels is ook een ‘uitgesteld maaibeheer’ ANLb-pakket opgesteld dat naar verwachting in 2025 kan worden benut.
Creatieve oplossingen
Via de markt veldleeuwerikvriendelijke luzerne stimuleren is lastiger mede vanwege de opgelopen productiekosten. Toch zijn er kansen. Een voorbeeld is het toevoegen van veldleeuwerikvriendelijke luzerne als eis in een duurzaam (biologisch) ei-concept. De borging is hierbij belangrijk. Een mogelijke oplossing is om te werken volgens het “groene stroom principe”, waarbij de meerprijs voor veldleeuwerikvriendelijke luzerne dan gaat naar het vergroten van het areaal luzerne met uitgesteld maaibeheer.
Meer informatie
• Rapport Broedende veldleeuweriken in luzerne – Later maaien verbetert het broedsucces (pdf: 2,5 MB).
• Dit project werd uitgevoerd in het kader van het Interbestuurlijk Programma Zuidwestelijke Delta in samenwerking met Groenvoederdrogerij Timmerman, CLM, ZLTO en Wageningen Environmental Research.
Tekst: Niels Godijn en Olaf Klaassen, Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels; Peter Leendertse, CLM; Wico Dieleman, ZLTO
Foto’s: Niels Godijn (Titelfoto: nestje van veldleeuwerik in een perceel luzerne met gulzige kuikens van één dag oud)