Succes in akkervogelbescherming alleen bij samenwerking tussen boeren, overheden en kennisinstellingen
22-okt-2020 Deze week staan natuur en biodiversiteit centraal in de ‘EU Green Week’. In het begin van de week verscheen een rapport over de status van de natuur in de Europese Unie (State of Nature 2020, European Environment Agency). Hierin wordt een weinig rooskleurig beeld geschetst van de status van boerenlandvogels: het totaal aantal boerenlandvogels is met 32% afgenomen, en 54% van de populaties neemt nog steeds verder af.
In deze tijd is het juist het grijs van de Grauwe Kiekendief dat één van de lichtpuntjes vormt tegen de donkere achtergrond van de afname van onze boerenlandvogels. Het rapport is er duidelijk over; het verhaal van de Grauwe Kiekendief in Groningen is slechts één van de weinige klinkende successen van akkervogelbescherming.
Toen aan het begin van de jaren ’90 duizenden hectares landbouwgrond braak kwamen te liggen in Groningen, vestigde de Grauwe Kiekendief zich hier, aangetrokken door de hoge aantallen veldmuizen die van de onbewerkte akkers profiteerden. Na de grootschalige braaklegging werden via het stelsel agrarisch natuurbeheer maatregelen getroffen om deze elegante roofvogel te behouden. En met groot succes, want de populatie Grauwe Kiekendieven groeide uit van 3 broedparen eind jaren ’80 tot jaarlijks een relatief stabiele populatie van rond de 50 broedparen.
Een aantal factoren heeft bijgedragen aan dit succes. Essentieel waren de medewerking en het enthousiasme van de boeren die kiekendieven op hun land hadden en daar graag rekening mee wilden houden. Nesten van Grauwe Kiekendieven moeten actief beschermd worden tegen oogstwerkzaamheden en andere agrarische activiteiten, en dat kan simpelweg niet zonder samenwerking met boeren en andere beheerders van het landschap zoals de groenvoederdrogerij Oldambt BV. Hierbij mag ook de tomeloze inzet van vrijwilligers niet onvermeld blijven die vaak in weer en wind meehielpen broedparen te lokaliseren en nesten te beschermen.
Om de populatie te behouden is echter meer nodig dan een veilige plek om te broeden, ook moeten de kiekendieven voldoende voedsel kunnen vinden. Hiervoor was het agrarisch natuurbeheer cruciaal, waarin de provincie een belangrijke regierol nam, en de politieke wil en ambitie toonde om akkervogelbescherming tot een succes te maken. Daarbij waren en zijn de kennisinstellingen onmisbaar, die door wetenschappelijk onderzoek het agrarisch natuurbeheer verder optimaliseerde en waarmee nieuwe maatregelen ontwikkeld konden worden om beter aan te sluiten bij de specifieke ecologische behoeften van de Grauwe Kiekendief.
Het herstel en behoud van de Grauwe Kiekendief is dan ook niet het resultaat van één groep of één succesvolle maatregel, maar de vrucht van samenwerking tussen boeren, natuurbeschermers, kennisinstellingen, vrijwilligers en (lokale) overheden. Dit voorbeeld inspireert dat biodiversiteitsherstel mogelijk is als we er samen de schouders onderzetten. Logisch, want een rijke biodiversiteit is in het belang van ons allemaal.
.
.