Alsof het zonnetje erop gewacht had, maar precies in de week dat de MAS-tellers het veld in gingen voor hun eerste ronde, werd het stralend blauw! Dat is fijn voor de tellers, maar ook voor het telproject, want de vogels zijn met deze omstandigheden prima waarneembaar.
Al vanaf 2009 volgen we met punttellingen akkervogels. In 2011 werd dat de methode MAS (Meetnet Agrarische Soorten), die de ontwikkeling van ‘boerenlandvogels’ in kaart brengt. Hierbij worden gedurende vier rondes tussen 1 april – 15 juli vanaf vaste punten 10 minuten vogels geteld binnen een cirkel van 300 meter. Tellingen worden uitgevoerd door professionele krachten, aangevuld met talloze vrijwilligers die in de vroege uurtjes op de akkers en in andere open landschappen hun waarnemingen verzamelen.
Benieuwd hoe zo’n telpunt eruitziet? Hieronder een compilatie van foto’s van de afgelopen dagen. Denk de gele kwikken, kieviten, graspiepers, veldleeuweriken, blauwborsten, rietgorzen en roodborsttapuiten etc. er even bij. Net zoals de foeragerende smellekens, blauwe kieken en tapuiten want die werden ook gemeld door onze tellers.