Slaapplaatsen van kiekendieven
door Jitty Hakkert
Sinds enkele jaren worden er systematisch slaapplaatsen van blauwe kiekendieven geteld. Met een aantal vaste vrijwilligers worden elke twee weken, als de omstandigheden het toelaten, deze slaapplaatsen geteld. Het gaat in totaal om ongeveer twintig locaties die regelmatig bezocht worden. Deze locaties wisselen nogal eens, door bijvoorbeeld hoge waterstanden op de kwelders, groenbemesters die gemaaid worden, oogst van graan en suikerbieten en werkzaamheden in natuurgebieden.
Naast die tweewekelijkse tellingen proberen we ook twee maal in het winterseizoen een simultaantelling te doen om een beeld te krijgen van het totaal aantal kiekendieven dat gebruik maakt van een gebied. Zenderonderzoek laat zien dat vogels niet per definitie steeds dezelfde slaapplaatsen bezoeken, al zijn de locaties waar geslapen wordt wel vaak jaren achtereen ongeveer op dezelfde plek. Naast het beeld dat we krijgen, door het regelmatig bezoeken van deze slaapplaatsen over aantallen en aantalsverloop, zijn slaapplaatsen van blauwe kiekendieven de uitgelezen plek om braakballen te verzamelen die gebruikt worden voor het dieetonderzoek.
Om uitspraken te kunnen doen over trends in aantallen en om verschillen tussen goede en slechte muizenjaren (winters) te duiden is een langere reeks van slaapplaatstellingen nodig. Er zijn in de drie noordelijke provincies op dit moment ongeveer 24 vrijwilligers die regelmatig, of af en toe, een slaapplaats tellen. Vanaf begin oktober t/m eind maart wordt er geteld, maar ook aan het einde van het broedseizoen wordt er massaal geslapen in landbouwgewassen als graan en bieten. Dat levert vaak mooie aantallen op met soms wel vier soorten kiekendieven.
We beginnen te tellen vanaf een uur voor zonsondergang tot een half uur daarna. Soms zijn vogels dan al aanwezig als ze al genoeg prooien hebben gevangen voor die dag of ze jagen nog een beetje rond in de buurt van de slaapplek. Vaak zie je dat ze zich ‘voorverzamelen’, dan zie je meerdere vogels op akkers in de buurt van de slaapplaats. Even voordat het donker wordt vertrekken ze dan één voor één naar de uiteindelijke slaapplaats. Het mooiste voor ons tellers is als ze in grote getalen nog even blijven rondflappen boven zo’n slaapplek of als er bijvoorbeeld een havik in de buurt van een slaapplek zit die verjaagd moet worden. Of in maart als er al gebaltst wordt en er ook weer meerdere bruine kieken zich bij de slaapplaatsen voegen. Al zijn er her en der ook enkele overwinterende bruine kiekendieven.
De een na laatste simultaantelling is gedaan op 28 november 2019, er zijn toen op achttien slaapplaatsen in Noord-Nederland 177 blauwe kiekendieven en 9 bruine kiekendieven geteld.
Slaapplaatsen bekijken blijft een fascinerend schouwspel met interacties tussen vogels en gaan vaak gepaard met andere mooie waarnemingen. Jagend smelleken, velduilen en slechtvalk op de kwelders, hoempende roerdompen en gillende waterrallen. En er zijn ook vaak slaapplaatsen van andere soorten als grote zilverreiger en spreeuwen in de buurt. We hebben nog lang niet alle slaapplaatsen in beeld en ook in andere delen van het land zullen er nog onbekende slaapplaatsen zijn, bij dezen ik daag jullie uit er een te vinden!
Titelfoto: Hellum (M-GR) slaapplaats van negen blauwe kiekendieven in een groenbemester, 12 december 2019 © Jan Ploeger.