09-september-2024 – Voor het onderzoek naar de stopovergebieden in Noord-Afrika gaat voor de tweede keer dit jaar een onderzoeksteam van GKA naar Oost-Marokko, ditmaal om de najaarsomstandigheden in kaart te brengen. Om de paar dagen delen we hun bevindingen en avonturen onderaan dit artikel.
In april heeft voor het eerst na 13 jaar weer een GKA expeditie in het Grauwe Kiekendieven stopovergebied in Oost-Marokko plaatsgevonden. Het doel van deze expeditie was om de huidige staat van dit gebied en de verschillende habitats in kaart te brengen en met de gegevens van 2010/2011 te vergelijken.
Zoals recentelijk op NatureToday te lezen was zijn de eerste resultaten alarmerend: inmiddels is meer dan driekwart van de natuurlijke habitats in het onderzoeksgebied sterk gedegradeerd, in het zuiden zijn grote delen van de steppe ten prooi gevallen aan grootschalige aanleg van dadelpalmplantages. Hiermee is het prooiaanbod voor Grauwe Kiekendieven, met name zangvogels, behoorlijk afgenomen. Dat is geen goed nieuws voor kiekendieven en andere trekvogels die in dit gebied een stopover willen maken. Vooral als je bedenkt dat Grauwe Kiekendieven in 2010/2011 een duidelijke voorkeur voor niet gedegradeerd steppehabitat hadden. Ze kozen toen ook graag voor akkertjes, maar ook met die is het niet goed gesteld. Waar 13 jaar geleden nog kleinschalige akkers op vochtigere plekken, zogenaamde depressies in het landschap, te vinden waren is het gebied inmiddels zodanig uitgedroogd dat alleen nog landbouw mogelijk is waar irrigatie plaatsvindt. Gelukkig houden de kiekendieven, zoals we in april zagen, ook van geïrrigeerde akkers, dit ligt vooral aan de hoge dichtheden aan vogels die in deze gebieden voorkomen. De natuurlijke habitats boden dit voorjaar vaak een droevige aanblik: waar al in 2010/2011 overbegrazing een groot probleem vormde is de laatste 5 jaren droogte door klimaatverandering erbij gekomen. Voor de vegetatie een ramp, maar ook voor alles en iedereen die daarvan afhankelijk is, van leeuweriken tot de lokale bevolking.
De komende twee weken gaat een team, bestaand uit collega’s Almut Schlaich, Toni Hoenders, Popko Wiersma en Raymond Klaassen, opnieuw op expeditie in het gebied om tellingen uit de najaren van 2010 en 2011 te herhalen. Toen werden in het najaar gemiddeld minder prooivogels waargenomen, maar wel meer grote insecten, vooral kevers, en het aantal zoogdierholletjes was ongeveer gelijk tussen de seizoenen (Figuur 1). We verwachten dus nu tijdens het najaar minder vogels dan dit voorjaar. Hoeveel zullen dat er nog zijn als er al zo veel minder waren in het voorjaar vergeleken met 2010/2011? En wat gaan we nog allemaal beleven? Waar zullen onze Nederlandse zendervogels Durk en Herman langs komen? En kruist ons pad misschien weer dat van een zendervogel van elders? We gaan het allemaal meemaken en jullie weer mee laten genieten van onze belevenissen in regelmatige berichten direct vanuit het veld!
Het onderzoek naar stopovergebieden wordt ondersteund door de Deutsche Wiltier Stiftung. De expeditie naar Oost-Marokko in september 2024 wordt mede mogelijk gemaakt door het Huib Kluijver Fonds en dankzij donaties aan Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels. Extra donaties zijn overigens nog zeer welkom!
Lees alle reisblogs van de najaarspexpeditie naar Marokko (2024):
13-september-2024 | Gelukkig vliegen grauwe kiekendieven wel op tijd
17-september-2024 | Water in de woestijn, maar weinig vogels
20-september-2024 | De weg is weg, maar Tsjechische zender(vogel) wel gevonden!
23-september-2024 | Ontmoeting met een gekleurmerkte grauwe kiekendief
26-september-2024 | Afscheid van Marokko en vooruitkijken