Het MAS te gebruiken voor scenariostudies

door Popko Wiersma

Dit jaar werd er natuurlijk weer volop geMASt! Een heel leger van MAS-tellers was weer op pad om een groot deel van het Nederlandse akkergebied te monitoren. En het aantal gebieden waar we vertegenwoordigd zijn groeit maar door! Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel, Zuid-Holland, Noord-Holland, Vlaanderen en Frankrijk. We zijn hard bezig om dit verder uit te breiden, zodat er in nagenoeg alle akkergebieden een monitoringnetwerk is. En dit is geen luxe – de discussie omtrent biodiversiteit in agrarisch gebied is behoorlijk opgelaaid, en terecht. Monitoring is hierbij de vinger aan de pols.

In het MAS-seizoen mag ik ook naar buiten, maar de rest van de tijd werd er vooral veel gerekend aan de MAS-data. Het rekenwerk betrof een habitat-associatie-analyse van de tellingen van de afgelopen jaren. Dit werk werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV, samen met Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit. De opdracht was om scenario’s door te rekenen van het effect van verschillende hoeveelheden agrarische natuurmaatregelen en van natuurinclusieve landbouw op het aantal broedparen akkervogels. De MAS-data is hiervoor uitermate geschikt: alle tellingen kunnen worden gerelateerd aan het habitat rondom het telpunt. In al die jaren is er enorme hoeveelheid data verzameld die ‘door de statistische mangel zijn gehaald’. Dit was een grote uitdaging omdat de uitwerking complex is en ikzelf hiervoor nog wel het een en ander moest leren. Het rapport is nog niet helemaal klaar, maar ik hoop hier in de nabije toekomst meer over te vertellen. Hierboven, als voorbeeld, een kaartje van de veldleeuwerik bij 5 of 25% akkerranden.

In al die jaren is er enorme hoeveelheid data verzameld die ‘door de statistische mangel zijn gehaald’.