01-september-2024 – Afgelopen voorjaar reisde een team van onderzoekers voor twee weken naar een gebied in Oost-Marokko dat bekend staat als een belangrijk ‘stopovergebied’ voor doortrekkende grauwe kiekendieven. De expeditie was een herhaling van eerdere expedities in 2010 en 2011 waarbij systematisch prooidieren in kaart zijn gebracht. Wat de onderzoekers aantroffen, was een sterk aangetast en afgetakeld landschap.
Bescherming gaat over landgrenzen heen
In heel Europa zetten natuurbeschermers zich in voor de bescherming van de grauwe kiekendief, onder andere door in de broedgebieden nesten in landbouwgewassen te beschermen. Maar het voortbestaan van deze in veel landen ernstig bedreigde soort hangt niet alleen af van het broedsucces. De omstandigheden in het gehele verspreidingsgebied en gedurende het gehele jaar zijn van belang. Zo is Noord-Afrika een belangrijke regio als stopovergebied voor doortrekkende kiekendieven van en naar hun overwinteringsgebieden in de Sahel.
Het doel van deze expeditie naar Oost-Marokko was het opsporen van grauwe kiekendieven en hun slaapplaatsen, het in kaart brengen van het prooiaanbod voor de roofvogels, en het documenteren van de staat van het landschap. Eerdere expedities in april 2010 en april 2011 toonden aan dat de kiekendieven zich voornamelijk ophielden in landbouwgebieden en steppehabitats die niet door overbegrazing waren aangetast. Daar was de dichtheid van leeuweriken en andere zangvogels het hoogst (de belangrijkste prooien van grauwe kiekendieven in deze regio). Ook in de onderzochte braakballen werden voornamelijk resten van zangvogels en eieren gevonden.
Zoeken naar kieken, zenders en prooidieren
Tijdens de recente expeditie zijn zogenaamde prooitransecten uitgevoerd om alle potentiële prooidieren in kaart te brengen: in een afgebakend gebied langs een lijn zijn alle vogels, reptielen, grotere insecten en zoogdierholen geteld. Om te achterhalen hoe de leefomgeving en de beschikbaarheid van prooien zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, telden de onderzoekers grotendeels op exact dezelfde transecten als in 2010 en 2011. Tegelijkertijd probeerde het team ook grauwe kiekendieven te vinden die met een zender waren uitgerust. Dat is geen gemakkelijke opgave bij vogels die onderweg zijn. Het spoor van vogel Durk uit Nederland liep dood omdat hij het gebied al had verlaten tegen de tijd dat de onderzoekers arriveerden. De zoektocht naar een ’zenderkiek’ uit Polen was daarentegen wel succesvol. Deze bevond zich in een gevarieerd landbouwgebied waar ook de hoogste dichtheden aan grauwe kiekendieven werden aantroffen.
Aangetast en afgetakeld landschap
Een zorgwekkende verandering in het landschap werd waargenomen in het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied. Grote delen van de steppe bleken te zijn veranderd in dadelpalmplantages: honderden vierkante kilometers bedekt met hekken, irrigatiebekkens en eindeloze rijen palmbomen. Het grootste deel van de daar voorkomende planten en dieren bleek verdwenen. Op andere plaatsen had de jarenlange droogte duidelijk sporen achtergelaten. Grote gebieden waren volledig kaal, en de nomaden waren vertrokken omdat het vee er geen voedsel meer kon vinden. De gevolgen van klimaatverandering zijn hier pijnlijk zichtbaar.
Achteruitgang op alle fronten
We hebben inmiddels de eerste analyses uitgevoerd en de gegevens vergeleken met die van 13 en 14 jaar geleden. De voorlopige resultaten zijn ronduit schokkend. Met name de sterk toegenomen degradatie van het landschap springt in het oog (samenvattende term voor achteruitgang van de kwaliteit van het milieu door factoren als overbegrazing, bodemerosie en klimaatverandering). Inmiddels is meer dan driekwart van de gebieden in het onderzoeksgebied matig tot sterk gedegradeerd (zie figuur linksonder). Daarmee samenhangend is ook het aantal potentiële prooidieren fors afgenomen (figuur rechtsonder). De voorlopige conclusie is dat door overbegrazing, een gewijzigd landgebruik en toenemende droogte als gevolg van klimaatverandering, de leefomgeving in Oost-Marokko dusdanig is verslechterd dat een belangrijk stopovergebied voor trekvogels verloren dreigt te gaan. Niet alleen voor de grauwe kiekendief, maar ook voor soorten als de boerenzwaluw, tapuit en gele kwikstaart.
Nieuwe expeditie in september
Vanuit wetenschappelijk oogpunt was de expeditie desondanks zeer waardevol, met name omdat we de gegevens konden vergelijken met 2010 en 2011. Omdat we weten dat de hoogvlaktes van Oost-Marokko ook in de herfst op de route van de grauwe kiekendieven liggen, gaat deze expeditie in september op herhaling. Ook voor dit jaargetijde zijn we enorm benieuwd hoe de resultaten zich zullen verhouden tot de najaarstellingen uit 2010 en 2011. Uiteindelijk hopen we met dit onderzoek beter te kunnen begrijpen wat de impact is van de veranderingen in Noord-Afrika op de jaarcyclus van de grauwe kiekendieven.
Meer informatie
• De expeditie naar Oost-Marokko in april 2024 werd gefinancierd door de Deutsche Wildtier Stiftung.
• De aanstaande expeditie in september 2024 wordt mede mogelijk gemaakt door het Huib Kluijver Fonds en dankzij donaties aan Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels. Extra donaties zijn overigens nog zeer welkom!
Tekst: Almut Schlaich en Olaf Klaassen, Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels
Foto’s: Freek Verdonckt (leadfoto: observatie van het landschap in Oost-Marokko samen met Berbers); Deutsche Wildtier Stiftung; Almut Schlaich
Figuren: Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels (GKA)