Afgelopen week vertrokken collega’s Toni Hoenders en Almut Schlaich naar Öland om vier grauwe kiekendieven van een zender te voorzien. De vangactie is onderdeel van een samenwerking met Zweedse kiekendiefbeschermers om meer inzicht te verkrijgen in het habitatgebruik van grauwe kiekendieven op Öland tijdens het broedseizoen. De afgelopen drie jaar hadden we al zes kieken gezenderd en dit seizoen hoopten we op ons streeftotaal van tien uit te komen.
Van Alvar naar luzerne
De circa 30 paar grauwe kiekendieven die op het eiland broeden, hebben hun nesten voornamelijk in luzerne. Dit gewas wordt al vroeg in het broedseizoen geoogst, waardoor de nesten al in de eifase moeten worden opgezocht en beschermd. Aan de zuidkant van het eiland ligt een groot areaal aan natuurlijke vegetatie, wat Alvar wordt genoemd. Door het kalkplateau wat daar dicht aan de oppervlakte ligt, groeien er weinig tot geen bomen, wat een steppe-achtig landschap tot gevolg heeft. Tot voor kort broedden de grauwe kiekendieven voornamelijk in deze vegetatie, maar recentelijk is het zwaartepunt van de nesten verschoven naar de akkers op het eiland en worden er nu nog maar enkele nesten in de moerassige delen van de Alvar gevonden.
Dag 1
Ons geplande verblijf was al niet van lange duur, maar de boot liep op de heenweg ook nog eens twee uur vertraging op, waardoor we pas in de namiddag op Öland aankwamen. Op het eiland zaten meer dan tien mensen, allen betrokken bij de nestbescherming van de kieken, op ons te wachten en begroetten ons met een lekkere lunch. Na de lunch reden we naar het eerste luzernenest waar we het net opzetten. De vangomstandigheden waren gunstig. Net als in Nederland was het ook op Öland de afgelopen weken erg warm en droog geweest, maar de dag voordat we arriveerden had het flink geregend en waren de temperaturen gezakt naar een aangename 20 graden. Ondanks dat duurde het nog meer dan een uur voordat het mannetje een kijkje kwam nemen bij het nest. Gelukkig vloog hij toen wél snel het net in. De bruinige kop en dekveren van deze man duidden erop dat we waarschijnlijk een derde kalenderjaar vogel hadden gevangen. Deze vogel werd Johan genoemd, naar de boer op wiens land het nest zich bevond. Op de tweede vangplek, opnieuw bij een luzerne nest, liet het mannetje zich snel zien én vangen. Deze man bleek al geringd te zijn, en aan de blauwe kleur zagen we meteen dat het een Deense ring was. Na een snel telefoontje met onze Deense collega Iben Hove Sørensen kregen we de informatie dat deze man geringd was als nestjong op 23 juli 2021 in de buurt van Ballum in Zuid-Denemarken. Van deze man kunnen we dus met zekerheid zeggen dat hij in zijn derde kalenderjaar is. Hij kreeg de naam Gösta II, vernoemd naar een vrijwilliger die veel heeft betekend voor de kiekenbescherming op het eiland. Ondanks de late start hadden we dus ons doel van deze dag behaald: twee van de vier vogels waren gezenderd!
Dag 2
De volgende dag hadden we geen last van vertraging en begonnen we op tijd. Wij vroegen ons af of het klusje vandaag net zo snel geklaard zou worden als de avond ervoor, maar helaas werkte het mannetje bij het eerste luzernenest niet erg mee. Daarom verplaatsten we ons naar de volgende vanglocatie, maar ook daar bleek dat het geen snelle vangactie zou worden. Niet omdat het mannetje niet meewerkte maar omdat hij zich simpelweg niet liet zien. Na zo’n twee uur wachten, stapte één van de Zweden uit de auto om verderop een toiletbezoek aan de bosjes te brengen. Hij bleek een plek uitgekozen te hebben op twee meter afstand van een eland die in een greppel lag. Beiden kregen de schrik van hun leven en de eland sprong overeind waarna hij het bosje uit hinkelde. Het arme dier bleek een gebroken poot te hebben en de Zweden informeerden de landeigenaar. Na deze enerverende gebeurtenis waren we weer goed wakker, maar er zat nog steeds geen kiekendief in ons net. De Zweedse collega’s besloten te gaan kijken of ze bij een ander nest meer geluk zouden hebben en zetten daar een tweede net op terwijl wij bleven wachten bij het eerste net. Na 3,5 uur wachten verscheen eindelijk het mannetje. Wat hij al die tijd in zijn schild had gevoerd was een raadsel want hij kwam met lege klauwen aanzetten. Gelukkig bleek hij vrij agressief en ondanks dat hij meerdere keren het net raakte bleef hij pogingen doen en konden we hem uiteindelijk vangen. Ook deze man bleek al een ring te dragen, aan de kleur te zien een lokale Zweedse. We kregen al snel te horen dat hij in 2020 als nestjong geringd werd op 5 km afstand van onze vanglocatie. Terwijl we bezig waren het mannetje Tony, vernoemd naar de boer, te zenderen kwam een telefoontje dat ook op de andere plek een mannetje gevangen was. Dus we reden onmiddellijk door naar de vierde locatie om het laatste mannetje te zenderen die Bernt werd vernoemd, ook naar de boer. Zo geschiedde het dat de laatste vier grauwe kiekendieven van het project werden gezenderd uit een reeks van tien op het eiland Öland.
Dag 3
Na dit succesvolle einde hadden we nog even tijd om te genieten van de vogels op het eiland en pizza aan het strand. De volgende dag zou de boot pas weer in de avond vertrekken, dus konden we de laatste dag een bezoek brengen aan het Ottenby Bird Observatory. Daar kregen we een rondleiding van de directeur van het station, Magnus Hellström. In de middag brachten we nog een bezoek aan onze partners op de universiteit van Kalmar. Jonas Waldenström en Mariëlle van Toor lieten ons hun lab zien en de kokmeeuwenkolonie pal naast het universiteitsgebouw waar ze onderzoek aan doen. Deze kolonie was de afgelopen dagen getroffen door een uitbraak van vogelgriep, waardoor vrijwel alle bijna-vliegvlugge jongen en een aantal adulten binnen drie dagen het loodje hadden gelegd. Op de terugweg door het mooie park van het kasteel van Kalmar wandelend bespraken we de analyse van de zenderdata en het opzetten van een vervolgproject dat de bescherming van grauwe kiekendieven op het eiland ten goede komt. We kijken uit naar de verdere samenwerking met onze Zweedse partners.
Het project met onze Zweedse partners vindt plaats in nauwe samenwerking met het regiobestuur (Provincie Kalmar), de Universiteit van Kalmar en de Zweedse Vogelbescherming.
Tekst: Almut Schlaich, Toni Hoenders en Olaf Klaassen, Grauwe Kiekendief- Kenniscentrum Akkervogels
Foto’s: Almut Schlaich en Toni Hoenders, Grauwe Kiekendief- Kenniscentrum Akkervogels