Daar waar de veldleeuwerik verdwijnt lijkt de gele kwikstaart Motacilla flava, met een op het oog vergelijkbare broedstrategie, zelfs in intensieve landbouwgebieden stand te houden. Wat is het geheim achter het succes van de vogel die kleur aan het agrarisch landschap geeft? Overigens gaat het de gele kwikstaart niet overal voor de wind, op de lange termijn meten we een langzame afname van 1.1% per jaar. Broedbiologisch onderzoek aan de veldleeuwerik (2006-2016) heeft ons belangrijke informatie opgeleverd over de knelpunten en ecologie van deze soort in grootschalig akkerland en datzelfde willen we nu graag bereiken voor de gele kwikstaart (Kuiper et al. 2013, Ottens et al. 2013, Ottens et al. 2014, Kuiper 2015, Kuiper et al. 2015).
Om te meten moet je eerst de nestlocatie weten
Uit resultaten van tellingen volgens de punttelmethode MAS is gebleken, dat gele kwikstaarten een voorkeur hebben voor tarwevelden als broedplaats. Met dit als achtergrondinformatie is student Wender Bil in 2017 begonnen met het opsporen van nesten, wat hij ook in 2018 voortzette. In eerste instantie observeerde hij kwikstaarten die nestmateriaal verzamelden op kale akkers en dat meenamen naar een nabijgelegen tarweveld. Deze methode was echter tijdrovend en bovendien bleken de vogels in de nestbouwfase gevoelig voor verstoring.Uiteindelijk bleek de meest succesvolle en veilige methode het doorkruisen van tarwevelden en het opschrikken van broedende vrouwtjes.
Gele kwikstaarten blijken een sterke voorkeur te hebben om een nest te bouwen binnen een meter van een spuitspoor (bandensporen van tractoren die bemesten of spuiten met pesticiden). Een manier om nesten te vinden is om mee te rijden op een tractor en de locaties van opvliegende kwikstaartvrouwen te noteren.
Student Bram Ubels heeft dit jaar (2019) al meerdere keren meegereden met behulpzame boeren om kwikstaartnesten te vinden. Bovenal ontwikkelde hij een eigen variant om de kwikstaarten van het nest te krijgen, een fiets met achterop een sleepconstructie. Zo maakte hij al heel wat kilometers om op de fiets, broedende vrouwen van het nest te krijgen. Dit heeft geresulteerd in het localiseren van 49 nesten.
Broedsucces
Alle deze nestlocaties worden vervolgens nauwkeurig bijgehouden om broedsucces te bepalen. Broedsucces is het aantal uitgevlogen jongen in relatie tot het aantal eieren (legselgrootte). Als de kuikens oud genoeg zijn krijgen ze een ring en worden vleugellengte, tarsus en gewicht gemeten als parameters voor groei en conditie. Met een beetje geluk, komt er tijdens het ringen ook nog een poepje uit het kuiken die we verzamelen voor dieetonderzoek.
Predatie
De spuitsporen waarlangs gele kwikstaarten dus zo graag broeden, fungeren ook als snelwegen voor predatoren als de vos, marterachtigen en verwilderde katten. Ook onze geliefde kiekendieven maken gretig gebruik van deze sporen als jachtterrein in de periode dat de jonge kwikstaarten hier hun eerste stapjes zetten. Met het plaatsen van cameravallen willen we zoveel mogelijk daders van kwikstaartpredatie in beeld krijgen en daarmee de oorzaken voor verlies van nesten en kuikens.
Habitatgebruik
Omdat tarwevelden niet bekend staan om hun grote rijkdom aan insecten en daarmee voedsel voor kwikstaarten is het verder belangrijk te bepalen waar ze dan wel hun maaltijden afhalen. Om het habitatgebruik en foerageergedrag van de gele kwikstaarten in kaart te brengen worden de voedselvluchten van de oudervogels gevolgd. Hierbij worden we geholpen door onze onmisbare vrijwilligers. Er wordt tijdens deze observaties genoteerd van waar de vogel vertrekt (nestlocatie) en waar deze landt (foerageerlocatie). Zo werden er al foerageervluchten van 800 meter geobserveerd.
Radiozenders
Ten slotte worden er gele kwikstaart vrouwen gevangen en voorzien van radiozenders (0.85 gram) die met een antenne uit te peilen zijn. Deze lichtgewicht zenders zitten op de rugveren geplakt en vallen in de nazomer tijdens de lichaamsrui weer van de vogels af. Met deze zenders willen we bepalen welke vrouwen een tweede legsel beginnen en waar ze dit doen. Zo hebben we in 2018 al tweede broedsels in tarwe- en aardappelpercelen gevonden.
In 2017 is Wender Bil te horen geweest in een uitzending van Vroege Vogels, die je hier rechtstreeks kunt terug luisteren.
Ook Sovon publiceerde in 2017 een artikel over het kwikstaartenonderzoek en Wender zijn bijdrage.
Dit onderzoek wordt gesteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Pronvincie Groningen.
Natuurbericht: ‘Gele Kwikstaart: akkermannetjes in mineur?‘
Kuiper M W, Ottens H J, Cenin L, Schaffers A P, van Ruijven J, Koks B J, Berendse F & de Snoo G R
(2013) Field margins as foraging habitat for skylarks (Alauda arvensis) in the breeding season.
Agricult. Ecosyst. Environm. 170: 10 – 15.
Kuiper M W (2015) The value of field margins for farmland birds. PhD thesis, Wageningen University,
Wageningen.
Kuiper M W, Ottens H J, van Ruijven J, Koks B J, de Snoo G R, Berendse F (2015) Effects of breeding
habitat and field margins on the reproductive performance of Skylarks (Alauda arvensis) on
intensive farmland. Journal of Ornithology Volume 156 (3): 557 – 568
Ottens H J, Kuiper M W, van Scharenburg C W M & Koks B J (2013) Akkerrandenbeheer niet de
sleutel tot succes voor de Veldleeuwerik Alauda arvensis in Oost-Groningen. Limosa 86: 140 – 152
Ottens H J, Kuiper M W, Flinks H, van Ruijven J, Siepel H, Koks B J, Berendse F & de Snoo G R.
2014. Do field margins enrich the diet of the Eurasian Skylark Alauda arvensis on intensive
farmland? Ardea 102: 161-171. doi: 10.5253/arde.v102i2.a6.